Het
is nu al een lange tijd dat ik hem bij me voel, mijn kleine vriend. Eigenlijk
weet ik niet waarom ik hem zo noem, want hij is helemaal niet klein. Hij huist in me, elke nacht en elke dag. En nou ja hij is
loyaal : hij zal me nooit verlaten. Maar ik ben iemand die vrijheid nodig heeft
en zichzelf wilt zijn. Met hem erbij kan ik dit niet, toch niet in zijn huidige vorm.
Vroeger was hij heel klein maar
intussen is hij al enorm gegroeid. Hij ligt net onder mijn hart en kan wel mijn
hele buik innemen. Vooral wanneer ik me in een negatieve situatie bevind, dan
voel ik hem enorm. Hij neemt het hele huishouden van mijn lichaam over op dat
moment waardoor ik functioneel begin te haperen. Het is net alsof hij er dan voor zorgt dat ik
van hem weg wil rennen, maar aangezien hij in me zit, lukt dit nooit. Maar toch
ben ik vaak buiten adem. Of soms klopt hij hard tegen mijn hart en dat voel ik
dan in mijn borstkas. En in die oncomfortabele omstandigheden neemt hij ook een
hartslag van me af en dan denk ik: “Hé, dat is niet van jou!”
Hij ziet er wel
gek uit, mijn kleine vriend. Nu, ik heb hem nog nooit gezien, maar ik kan me er
wel iets bij voorstellen. Hij is rond en donker van kleur. Ik geloof dat hij
paars is en hij bevat een batterij. Die batterij laat hij op in mijn lichaam.
Hoe meer hij kan opladen, hoe slechter ik me voel. Spons, ja hij ziet eruit als
een spons. Alles neemt hij in zich op. Hij is nu echt heel groot en ook heel
vol. Volgens mij heeft hij zich genoeg opgeladen en heeft hij genoeg
opgeslorpt. Geen probleem, dat vind ik ook.
Het enige obstakel is nu: hoe komt
hij weer in zijn originele staat? Hoe wordt hij weer mijn kleine vriend?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten