woensdag 28 oktober 2015

Wauw

-                      -          Juf?
-          Ja S, wat is er?
-          Waarom ben je juf geworden?
-          Omdat ik van kinderen hou.
-          Maar je houdt toch ook van jouw kindje?
-          Dat is waar.
-          Waarom doe je het dan?
-          Omdat ik jullie nieuwe dingen wil tonen en leren. Omdat ik blij ben wanneer ik jullie iets heb bij geleerd.
-          Hoe weet je dat?
-          Ik zie dat terwijl jullie spelen en werken. Als jullie blij zijn in de klas, dan weet ik dat ik een goede juf ben.
-          Maar hoe weet je dat van iedereen?
-          Juf kijkt naar iedereen. Niet allemaal op hetzelfde moment, maar ik kijk naar ieder van jullie en op het einde van de week heb ik alles gezien.
-          Dan ben jij zo’n beetje een superjuf?
-          Waarom zeg je dat?
-          Omdat jij altijd met ons speelt en je helpt iedereen. Je maakt ook veel spelletjes voor in de klas en je vertelt grapjes. Soms ben je ook boos, maar dat duurt niet lang. Je loopt ook veel rond in de klas, ben je dan niet moe?
-          Tuurlijk ben ik ook moe, maar nooit te moe om met jullie te werken.
-          Weet je juf, ik vind jou wauw. Later wil ik ook zo’n juf zijn zoals jou.
-          Dat vind ik lief van je, S. Maar omdat te worden, moet je nu wel verder werken aan je knutselopdracht. Wauw, ik zie dat je ….

Geen opmerkingen:

Een reactie posten